Hein Krammer, Persoon

Eerst in het kort wat kernpunten uit mijn levensloop. Ik ben geboren op 18 juli 1936 in 's-Hertogenbosch. Drie en twintig jaar lang was ik getrouwd, nu leef ik samen met de liefst denkbare vriendin: Maria. Ik heb drie kinderen - Daan, Tijs en Eva - en heb zes kleinkinderen - Sam, Rosa, Zeb, Lance, Estelle en Guusje. Ik heb aan de Universiteit van Utrecht wiskunde gestudeerd, heb 8,5 jaar lesgegeven in wiskunde en natuurkunde aan het Ludgercollege te Doetinchem (destijds een school voor HBS en Gymnasium), ben daarna verbonden geweest aan de Technische Hogeschool Twente, later Universiteit Twente, eerst als vakdidacticus, later als onderwijskundige bij de lerarenopleiding en de faculteit Toegepaste Onderwijskunde. Gepromoveerd in oktober 1984. Sinds augustus 1998 ben ik met (vervroegd) pensioen.

Deze hobby, de Hongaarse en Roemeense zigeunermuziek, is al begonnen in mijn middelbare schooltijd. Mijn vader, Thijs, was voor zijn inkomen kantoorklerk, maar leefde helemaal voor de muziek: hij was koordirigent en speelde piano in restaurants. Een liedje dat hij soms speelde fascineerde mij hooglijk. Als je wilt weten hoe het ongeveer klonk, haal dan onderstaand MP3-bestand op. Wie iets van Hongaarse liedjes afweet, herkent dit onmiddellijk:

MP3-bestand

Later ontdekte ik dat het ging om "Piros pünkösd napján imádkoztam érted" van de Hongaarse componist en tekstdichter Kókay István. Dit was de enige Hongaarse melodie die mijn vader speelde, maar het zette mij aan om meer van dit soort muziek te leren. Ik ging regelmatig luisteren naar uitzendingen op de radio van zigeunerorkesten (in die tijd traden vaak voor de radio op o.a. Veres Lajos, Lakatos Pali, Gregor en Colea Serban). Ik kocht van mijn schamele zakgeld een boek met zigeunerliedjes en een paar grammofoonplaten. Hiervan leerde ik mijzelf het een en ander op de piano (ik had vanaf mijn elfde met onderbrekingen pianoles gehad, en had ook wat aan jazz gedaan, zodat het improviseren op de piano voor mij niet echt vreemd was).

Ik begon mijn studietijd in 1957, een jaar na de Hongaarse opstand. Daardoor zaten er onder de eerstejaars studenten veel Hongaarse vluchtelingen. Zij nodigden mij uit om wekelijks op de Hongaarse club in Utrecht te komen; daar stond een piano, waarop ik kon spelen terwijl de leden liedjes zongen. Daar leerde ik veel nieuwe melodieën, alsmede van veel liedjes de woorden. Om de Hongaarse liedjes mee te kunnen zingen en de tekst te kunnen begrijpen, ging ik de Hongaarse taal leren. De studentenvereniging waar ik lid van was, Veritas, had ook een studentenzigeunerorkest, Palotas. Dit orkest speelde voornamelijk Hongaarse, Roemeense en Russische zigeunermuziek. In dit orkest heb ik gespeeld eerst als pianist, later als cimbalist. Ook scheef ik diverse arrangementen voor het orkest. Om veel melodieën te verzamelen (en om mijn uitspraak van het Hongaars te verbeteren) luisterde ik regelmatig naar radiouitzendingen uit Hongarije en Roemenië. Erg succesvol waren de dagelijkse uitzendingen voor de landbouw vanaf vier uur in de morgen. Hier werd veel volksmuziek in uitgezonden, vaak door originele dorpse muzikanten gespeeld. Dit legde de kiem voor mijn latere liefde voor de volksmuziek. Niettemin heb ik altijd ook een zwak blijven behouden voor de "nóta" waarmee mijn kennismaking met de Hongaarse volksachtige muziek was gestart.

In de beroepsperiode van mijn leven sluimerde de hobby enigszins. Wat de muziek betreft legde ik me vooral toe op de klassieke muziek. Zo nu en dan echter speelde ik weer eens wat Hongaarse en Roemeense muziek op piano, soms kocht ik wat platen, waarvan ik nieuwe melodieën in mijn verzameling opnam. Toen ik voor een congres naar Hongarije moest, heb ik de studie van de taal weer opgepakt. Daarna ging ik regelmatiger op vakantie naar Hongarije, waar ik ook vrienden bezocht. Op een gegeven moment ging ik mijn melodieënverzameling in een elektronische database onderbrengen, die nu ook hier beschikbaar is.

Sinds ik met vervroegd pensioen ben heb ik de hobby weer volop opgenomen. Ik heb nu ook de Roemeense taal geleerd, heb me een nieuwe cimbalom aangeschaft, waar ik ijverig op oefen. Mijn repertoire op het gebied van de Roemeense muziek is flink uitgebreid. Als resultaat hiervan is een bundel met 62 arrangementen voor piano ontstaan. Ik heb twee CD's gemaakt waarop ik Hongaarse, respectievelijk Roemeense muziek op piano speel.

In het verleden heb ik zo nu en dan in besloten kring opgetreden, waarbij ik Hongaarse en Roemeense muziek op piano speelde. Sinds mijn pensionering treedt ik soms ook in het openbaar op. Ik gaf bijvoorbeeld in juni 1999 in het Koetshuis te Oldenzaal aan leerlingen van de muziekschool een openbare workshop over muziek uit Transsylvanië. De leerlingen leerden een akasztós en een hajnali. Hieronder een foto van de einduitvoering.

Koetshuis



Adres: Hein Krammer, Zuid Esch 1, 7622 DB Borne, 074-2670383

startpagina     hobby     databasek    

Englisch language     magyar nyelv     limba românã